Inderdaad heb ik kritiek geuit op de halfjaarrapportage en inderdaad was ik de eerste helft van dat halve jaar nog wethouder. Als het raadslid van de PvdA echter goed had geluisterd had hij kunnen constateren dat ik 2 onderwerpen aan de order stelde, waarvoor alleen het nieuwe college verantwoordelijk is. Het eerste onderwerp betreft de vacaturestop; uit de rapportage bleek dat door de vacaturestop er een overschrijding is ontstaan op inhuur. Per saldo kost de vacaturestop ons dit jaar geld. Dat is en blijft merkwaardig. Daar kan en moet een oppositiepartij de vinger bij leggen. Het tweede onderwerp betrof de tegenvaller leges bouwvergunningen. Er was zo gerapporteerd dat er alleen tegenvallende opbrengsten zouden zijn en dat er dus geen kostenbesparing zou zijn gerealiseerd. Uit de toelichting van wethouder Luchtenveld bleek dat er onjuist was gerapporteerd. De tegenvaller was een saldo van tegenvallers en meevallers. Dat is informatie, bewerkstelligd door de kritische vragen van de ChristenUnie, waar iedereen zijn winst mee kan doen.

Inderdaad was ik, net als de PvdA, medeverantwoordelijk voor de tekorten op de parkeerexploitatie Kust. Als Van de Beek goed had geluisterd had hij kunnen constateren dat ik niet het tekort afkraakte, maar dat ik de traagheid van het huidige college aan de kaak stelde, waardoor de OZB betaler opdraait voor de tekorten. Het herstelplan was in april al bijna gereed. Het duurt allemaal veel te lang en dat alleen uit angst om de parkeertarieven te verhogen.

Het slechtste voorbeeld moet echter nog komen. De gang van zaken omtrent PvdA- motie 15. De motie op grond waarvan de gemeente aanzienlijke besparingen in de begroting kon boeken. Joost van de Beek stelt dat de ChristenUnie tegen deze motie zou hebben gestemd. De fractie heeft echter destijds uiteindelijk vòòr die motie gestemd. Inderdaad was de fractie niet enthousiast. Toen vorig jaar echter bleek dat op grond van deze motie goede resultaten werden geboekt heeft toenmalig fractievoorzitter Elly van Wageningen dat ook ruiterlijk erkend. Flauw om deze oude koe weer uit de sloot te halen.

Voor mij is het helder; mijn politieke stellingnames zijn niet het gevolg van frustratie en teleurstelling. Zij vloeien voort uit mijn belofte aan de kiezers om zoveel mogelijk van het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie te realiseren. Als dat niet als wethouder kan, dan vanuit de raad. Dat heb ik vooraf in de openbaarheid beloofd. Ik doe wat ik beloofd heb, wat is daarop tegen? Iedereen die goed luisterde heeft kunnen constateren dat, gelet op het verleden, de fractie van de ChristenUnie zich de eerste maanden van de nieuwe collegeperiode terughoudend opstelde . Vanaf oktober is dat niet meer het geval. Wij gaan er vol voor, maar wel op de manier die ChristenUnie-proof is; positief-kritisch en constructief.

Albert Kok, fractievoorzitter