Advies aan moslims

maandag 22 oktober 2007 12:25

Boele Siepel, fractievoorzitter ChristenUnie lelystad, adviseert moslims het beste uit twee werelden te kiezen: ga niet met je billen op twee stoelen zitten. Je moet niet deels Marokkaan zijn en deels Nederlander. Nee, je moet volop Nederlander zijn met een eigen identiteit die vooral ontleend is aan de zingeving van het leven. Dus écht Nederlander en tegelijk gelovig moslim. Een moslim dus, die bereid is zich te schikken naar de Nederlandse wetgeving en de rechtsstaat zoals wij die hebben.

Het beste van twee werelden

Onder deze titel organiseerde de Stichting Chabab in Lelystad op 20 oktober 2007 een conferentie over culturele integratie. Een docent islamitische rechtswetenschappen, een docent islamitische wetenschappen (beiden van het Instituut Dar alílm) en ik hielden daar een inleiding.

In mijn bijdrage zei ik het volgende:

Het Nederlands Dagblad van 19 oktober  kopte “Een sterke moslimidentiteit maakt je niet radicaal “ bij een artikel over de nieuwe methodiek die het Landelijk Overleg Minderheden heeft ontwikkeld om bij jongeren de kennis over de islam te vergroten. Als uitgangspunt hanteerden de opstellers dat meer kennis over de eigen religie mensen weerbaarder maakt tegen radicaliteit. Meer kennis over de eigen religie kan dus de identiteit versterken. Een gedachte uit kringen van moslims die christenen ook aanspreekt.

Waaraan ontleen jij jouw identiteit?
Niet aan het  land van herkomst, want in Nederland opgegroeide Marokkanen worden in Marokko vaak als Nederlanders gezien, ondanks het feit dat ze in Nederland als Marokkanen worden beschouwd.
Niet aan je taal, want ook als je vloeiend Nederlands spreekt ben je nog geen Nederlander geworden als je van Marokkaanse afkomst bent. Zeker niet in ogen van veel andere Nederlanders.
Niet aan je Nederlanderschap. Prinses Maxima had gelijk toen ze kortgeleden zei dat dé Nederlander niet bestaat, omdat de Nederlander te veelkleurig is om in een cliché gevangen te worden. Bovendien: hoe groot zijn de overeenkomsten tussen een a-religieuze Amsterdammer uit de grachtengordel, een rooms-katholiek uit Kerkrade en een orthodox gereformeerde uit Putten?
Nee, je identiteit ontleen je eerst en vooral aan je levensovertuiging, je geloof. Dat geloof vormt je waardenpatroon en de daarvan afgeleide normen: wat is goed en wat is kwaad. Het is niet voor niets dat mensen die een verbintenis voor het leven aangaan vaak hetzelfde geloof aanhangen. Geloof bindt samen.

Een sterke identiteit kan tegen een stootje.
Hoe sterker je eigen identiteit is, hoe beter de integratie kan verlopen. Je bent immers niet bang om in gesprek te komen met anderen, want hun andere identiteit vormt geen bedreiging voor de jouwe. Je bent in staat opvattingen en handelen van de ander op waarde te schatten en af te wegen tegen je eigen opvattingen. Goede integratie maakt de wereld niet grijs, maar veelkleurig.
Een voorbeeld: in sommige gereformeerde kerken is het de gewoonte dat vrouwen in de kerk een hoed dragen, omdat ze dat voorschrift uit de Bijbel afleiden. Van zo’n vrouw mag verwacht worden dat ze er begrip voor heeft dat een islamitische vrouw een hoofddoek draagt, omdat ze dat voorschrift in haar heilig boek, de Koran, leest. Vanuit die sterke eigen identiteit is er ruimte om die aan anderen te gunnen en zo samen te leven.
In dit verband stelde ik – in het overwegend islamitische gezelschap – de vraag waarom in islamitische landen christelijke zending niet is toegestaan.  Een sterke identiteit kan toch wel tegen een stootje? In de discussie kwam daarop helaas geen duidelijk antwoord.

Identiteit ontwikkel je thuis en op school.
Identiteit is geen aangeboren eigenschap en moet dus worden ontwikkeld. Dat gebeurt allereerst in het gezin. Maar daarnaast is de school een belangrijke plek. Juf heeft gezag bij het kind en het kind brengt er veel tijd door. School vormt als het ware een stuk verplaatste opvoeding. Daarom is het belangrijk dat de school op dezelfde basis staat als het gezin waaruit de kinderen komen. Op school moet worden voortgebouwd op dat wat het kind  - als het goed is – thuis meekrijgt. Daarom ben ik een groot voorstander van islamitische scholen, omdat deze er aan bijdragen kinderen een duidelijke identiteit te geven. Niets is erger dan zo treffend in het puntdicht van A.C.W.Staring staat:
Wees uzelf,
zei ik tot iemand
maar hij kon niet:
hij was niemand.

Herkennen moslims en christenen elkaar?
We delen een aantal belangrijke waarden: trouw tussen man en vrouw, zingeving aan het leven (de betekenis van het leven wordt niet bepaald door het hier en nu, maar door het perspectief dat mensen in het leven hebben) en de waarde van gezag en respect, vooral tussen ouders en kinderen.
Moslims en christenen zijn daarom elkaars bondgenoten in het uitdragen van deze waarden. Maar er zijn ook nadrukkelijke verschillen. Zo is de positie van de vrouw duidelijk anders. In het christendom is de vrouw gelijkwaardig aan de man en is polygamie uitgesloten. Ook de verantwoordelijkheid van ouders voor hun kinderen wordt verschillend beoordeeld. Het is voor christenen niet zo dat de verantwoordelijkheid van ouders bij de voordeur ophoudt, omdat op straat de politie de baas is en op school de meester. Ouders blijven verantwoordelijk, waar de kinderen zich ook bevinden.
Maar het belangrijkste verschil is natuurlijk dat een christen Jezus Christus als Zoon van God en zaligmaker ziet en dat alleen via Hem er toegang tot God de Vader is.

Het beste van twee werelden.
Om het beste van twee werelden te krijgen moet je niet met je billen op twee stoelen gaan zitten. Je moet niet deels Marokkaan zijn en deels Nederlander. Nee, je moet volop Nederlander zijn, met een eigen identiteit die vooral ontleend is aan de zingeving van het leven. Dus écht Nederlander en tegelijk gelovig moslim. Een moslim dus, die bereid is zich te schikken naar de Nederlandse wetgeving en de rechtsstaat zoals wij die hebben.

Boele Siepel

« Terug

Reacties op 'Advies aan moslims'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.