Nederlands Dagblad 9 mei 2007

LELYSTAD - De kiesvereniging Lelystad van de ChristenUnie vindt dat niet op Bijbelse gronden kan worden gesteld dat Jeruzalem de ongedeelde hoofdstad is van Israël. De lokale afdeling blijft het met die opvatting oneens met de Israëlparagraaf in het partijprogramma van de ChristenUnie (CU). ,,Voor een exclusieve claim van Israël op het gehele Jeruzalem ontbreken de Bijbelse en volkenrechtelijke gronden'', zo valt te lezen in een discussienotitie over 'Israël en Jeruzalem in de christelijke politiek' die door de kiesvereniging Lelystad is opgesteld.

Het stuk dient als bijdrage aan de partijdiscussie over Israël die het CU-bestuur voor november op de agenda heeft gezet. De notitie borduurt voort op een amendement waarmee 'Lelystad' afgelopen najaar het (concept) partijprogramma wilde wijzigen. De passage waarin Jeruzalem de ongedeelde hoofdstad van Israël wordt genoemd, zou moeten worden geschrapt, aldus het amendement. Het wijzigingsvoorstel werd op dringend verzoek van het partijbestuur ingetrokken, nadat was toegezegd dat er binnen de ChristenUnie een debat over Israël zal gaan plaatsvinden.

Om dezelfde reden haalde ook PerspectieF (CU-jongeren) een gelijkluidend amendement van tafel.

In de discussienota van de kiesvereniging Lelystad wordt aan de hand van een reeks Bijbelteksten gesteld dat de goddelijke beloften aan Israël een ,,geweldige verbreding'' hebben ondergaan.
Ten opzichte van het Oude Testament zijn de beloften in het Nieuwe Testament ,,niet meer beperkt tot het volksbestaan van de Israëlieten’’, maar hebben ze ,,betrekking op allen die in de Heer geloven, joden en niet-joden.’’
Als het specifiek gaat om de zogeheten ‘landbelofte’, dan biedt de Bijbel ,,geen handvat voor de gedachte dat er een goddelijke opdracht ligt om Israël te herstellen’’. Als dat wel zo zou zijn, dan zou dat herstel bovendien ook de andere beloften raken en moeten leiden tot herstel van Israël als theocratisch koninkrijk en herstel van de priesterdienst in de tempel, aldus ‘Lelystad’. In de discussienota wordt dit bestempeld als ,,absurd’’.
Volgens de notitie ontbreekt ook vanuit het internationale volkenrecht steun voor een ongedeeld Jeruzalem. Dat neemt niet weg dat ,,we het verlangen van Israël naar die ongedeelde hoofdstad begrijpen en invoelen’’, schrijft de lokale kiesvereniging.
Echter: ,,het recht daarop moet op politieke, historische en volkenrechtelijke gronden beoordeeld worden. Daarin moeten zowel de billijke rechten van Israël als de Palestijnen gewogen worden.’’
Volgens ‘Lelystad’ gaat het CU-partijbestuur ten onrechte uit van Bijbelse en historische argumenten bij het pleidooi voor een ongedeeld Jeruzalem. Dat staat ,,op gespannen voet’’ met een andere notie in het partijprogramma, namelijk dat bij het geven van politieke steun internationale rechtsbeginselen in acht moeten worden genomen. Overigens zijn niet alle leden van de kiesvereniging Lelystad het met elkaar eens over de status van Israël. Zo steunt een deel van de leden bijvoorbeeld Christenen voor Israël. Die organisatie distantieert zich van de zogeheten vervangingstheologie en stelt dat bepaalde Bijbelse beloften specifiek Israël en het Joodse volk aangaan.