Algemene beschouwingen 2006
Hoe staat het er voor met de democratie in Nederland? En: delen de andere fracties onze mening dat dit onderwerp van het college een te lage prioriteit heeft gekregen?
Dat zijn twee heel uiteenlopende vragen uit de bijdrage van de ChristenUniefractie in de gemeenteraad van Lelystad aan de algemene beschouwingen 2006.
Algemene beschouwingen bij de begroting 2007
Gemeenten voorop
Hoe staat het er voor met de democratie in Nederland? Een vraag die menig burger en zeker alle raadsleden af en toe bezighoudt. Sinds een paar weken weten we het. Toen verscheen namelijk het boek “de staat van onze democratie”onder verantwoordelijkheid van de nieuwe minister van bestuurlijke vernieuwing. In dat boek wordt terecht de vinger gelegd bij een spanning die in ons democratisch bestel zit en die ook op gemeentelijk niveau af en toe zichtbaar wordt. Aan de ene kant hebben alle burgers van Nederland recht op hetzelfde voorzieningenaanbod, maar tegelijk willen we de beslissing over die voorzieningen zo dicht mogelijk bij de burger leggen, dus bij de gemeenten. Gemeenten maken dan eigen keuzen, die in de ene gemeente anders uitvallen dan in de andere. Dat geldt voor gemeentelijke belastingen, maar ook voor het voorzieningenpakket dat onze burgers via de WVG en de WMO wordt aangeboden. Wat gaat voor? Gelijke behandeling van alle Nederlanders of behandeling waarin de keuzes van de lokale overheid maatgevend zijn? Onze fractie kiest onomwonden voor het laatste. De gemeente kan het beste beoordelen wat de burgers van deze stad nodig hebben. Onze enige aarzeling bij decentralisatie van het rijk of provincie naar de gemeente zit in het feit dat we er steeds weer zelf geld bij moeten leggen. Zonneklaar blijkt dat uit de NJN waarin het college ons vraagt uit eigen zak € 275.000 bij te leggen voor de uitvoering van de WVG en € 150.000 voor de WMO. We ondersteunen daarom het college van harte in zijn pogingen bij de regering een betere compensatie te krijgen voor deze noodzakelijke uitgaven. Dit kabinet moet laten zien dat het zoet dat nu verkrijgbaar is, niet alleen voor de burgers geld, maar ook voor gemeenten. De verantwoordelijke staatssecretaris heeft zich daarover positief uitgelaten. Het gaat er nu om dat deze positieve houding wordt omgezet in daden. Zijn de andere fracties met ons van oordeel dat het college bij de rijksoverheid aan moet dringen op een kostendekkende uitkering, inclusief de uitvoeringskosten?
Hoever staat het met de aanbesteding van de WMO? We hebben gelezen dat de WMO de eerste maanden van 2007 ‘beleidsarm’ wordt uitgevoerd, maar duidelijkheid op korte termijn over de uitvoeringsorganisatie is van groot belang. Onze stadgenoten die in de thuiszorg werken en zij die thuiszorg ontvangen zullen erg benieuwd zijn welke instelling in de prijzen valt, want dat kan voor hen grote gevolgen hebben.
Burgers centraal
De gemeente staat, zoals gezegd, dicht bij de burgers. Dat moet uit veel zaken blijken en zeker uit de manier waarop de gemeente burgers informeert over zijn activiteiten. De openbare ruimte in onze stad wordt op veel manieren verbeterd, we maken de stad mooi, maar de communicatie daarover met de betrokkenen lijkt nogal eens te wensen over te laten. Geregeld krijgen we daarover immers klachten van burgers, zoals recent uit de Zuiderzeewijk en de kustwijk. Klachten die ook de voorpagina van de Flevopost halen. Hoe kan het toch dat wij bewoners telkens weer voor onaangename verrassingen plaatsen? Aan het aantal voorlichters kan het liggen, want uit de benchmark blijkt dat we daar genoeg van hebben. Zo moeilijk kan het toch niet zijn om betrokkenen tijdig op de hoogte te stellen? Er ligt immers een planning van werkzaamheden aan het werk ten grondslag?
Dat neemt overigens niet weg dat de tevredenheid van de inwoners met de kwaliteit van de stad gelukkig toeneemt. En dat stemt ons als bestuurders weer tot tevredenheid.
Conclusie:de slagzin ‘de burger centraal ‘ krijgt handen en voeten, maar we moeten nog wel stug doorgaan op de ingeslagen weg.
Uit recent onderzoek is gebleken dat 50% van de allochtonen in Lelystad zich nu en dan gediscrimineerd voelt. Dat hoge percentage vraagt om actie. Allereerst van de burgers zelf, want tegenover iedere burger die zich gediscrimineerd voelt, staat een burger die discrimineert. Maar ook van de overheid, want dit grote aantal kan toch het gemeentebestuur niet onverschillig laten. Vinden de andere fracties ook dat het college aan de uitkomsten van dit onderzoek beleidsconclusies moet verbinden?
Kinderen willen buiten spelen
Lelystad moet een aangename stad zijn voor iedereen, dat spreekt vanzelf. Vooral ook voor onze jeugd. Die krijgt ook veel aandacht, maar het is onze fractie opgevallen dat – ondanks alle ruimte die we hebben – de stad nog niet beschikt over een natuurlijk speelterrein voor kinderen. Dat is een gemis. Wat dat betreft liggen we achter op andere plaatsen. Van onze fractie kunt u wat dit betreft een initiatief verwachten. Kinderen moeten aangemoedigd worden achter de spelcomputer vandaan te komen en buiten te gaan spelen. Dat kan heel goed op een zogenaamd ‘natuurlijk speelterrein’. Met behulp van eenvoudige hulpmiddelen in een natuurlijke, ‘onontgonnen ‘omgeving kunnen kinderen hun fantasie laten werken en creatief bezig zijn. Weliswaar worden de kleren er smerig en vallen ze zich vaker een buil, maar daar worden ze groot van.
Goed onderwijs
Kinderen brengen een groot deel van hun tijd op school door. Opvallend is daarbij dat verhoudingsgewijs veel Lelystadse kinderen een advies krijgen voor VMBO als vervolgonderwijs. Dat zal voor een deel aan de kinderen zelf liggen, maar het vraagt van het basisonderwijs dat het de hoogst mogelijke kwaliteit levert. Wellicht moet daarin meer geïnvesteerd worden. De invloed van de gemeente daarin is beperkt, maar we zijn wel het bevoegde gezag van het grootste deel van het basisonderwijs. Welke mogelijkheden ziet het college om te bereiken dat een groter deel van de uitstroom van het basisonderwijs het advies voor een hogere vorm van voortgezet onderwijs kan krijgen?
Verbeterde fietspaden
In de vorige Algemene Beschouwingen hebben we gepleit voor extra aandacht voor de fietspaden. Zowel de verbetering van de bestaande, als de aanleg van nieuwe. In de NJN wordt de € 510.000 die daarvoor beschikbaar is gesteld bij de VJN ook netjes als onttrekking aan de ROS vermeld. Uit de 2e BURAP moeten we evenwel concluderen dat dit niet voortvarend is aangepakt. Verbeteringen van vindbaarheid en herkenbaarheid zullen dit jaar niet worden uitgevoerd, omdat “het weer zich daar niet voor leent”! Dat zal het dan de komende maanden ook niet doen. Delen de andere fracties onze mening dat dit onderwerp van het college een te lage prioriteit heeft gekregen?
Monumentenzorg
Bij de vaststelling van het structuurplan (en dat is al weer een hele tijd geleden) is de raad toegezegd dat er gewerkt zal worden aan een stedelijk monumentenbeleid. De noodzaak daarvan hoef ik nu niet weer uit te leggen, zeker niet na wat er in Lelystad-Haven kortgeleden is gebeurd. Toen ik er later nog eens naar vroeg zei de verantwoordelijke wethouder dat er hard aan gewerkt wordt. Maar, noch in het programma ‘beheer leefomgeving’ noch in het programma ‘cultuur en sport’ lees ik dat er gepresteerd zal worden. Zijn de andere fracties met ons van mening dat het noodzakelijk is dat in de eerste helft van 2007 een ontwerp voor een stedelijk monumentenbeleid aan de raad wordt aangeboden?
Een mooie begroting en een goede NJN
De begroting 2007 ziet er goed uit. Hij is reëel sluitend en we zijn in staat datgene te doen wat van een gemeentebestuur verwacht mag worden. De lijnen hiervoor zijn al bij de behandeling van de VJN getrokken, dus veel verrassingen zitten er niet in. Dat betekent overigens niet dat we niets missen. Voor een aantal speerpunten van beleid is in de NJN nog geen geld uitgetrokken. Ik doel dan met name op de leerwerkplicht voor 17-23 jarigen en het arbeidsmarktbeleid voor doelgroepen. Vooral dat laatste baart ons zorgen, omdat we in ons verkiezingsprogramma een lans hebben gebroken voor een banenoffensief voor gewezen vluchtelingen. De leerwerkplicht staat wel duidelijk in de begroting, het andere hebben we niet gevonden. Betekent dit ontbreken van een raming in de NJN dat voor de uitvoering van deze speerpunten geen extra geld nodig is?
Een opmerking die door verschillende fracties bij bijna elke begrotingsbehandeling wordt gemaakt is: we zijn als gemeente nog niet ‘in control’. Dat is een juiste constatering, zo blijkt weer uit de NJN. De raming voor personeelskosten moet met 1,9 miljoen naar boven worden bijgesteld als alle formatieplaatsen vervuld zijn, omdat het college bij het opstellen van de begroting onvoldoende in beeld heeft wat het personeel dat we in dienst (kunnen) hebben, kost. Dat is verrassend. Nu beseffen we heel goed dat een grote organisatie als onze gemeente nooit voor 100% ‘in control ‘kan zijn, maar dergelijke missers zijn aan niemand uit te leggen. De uitleg in bijlage 4 maakt het alleen maar erger. Een lichtpunt is dat het college deze zaken ontdekt. Eerder deden zich dergelijke situaties ook voor, maar toen werden ze niet ontdekt. Zijn we toch beter ‘in control ‘dan voorheen!
Wat ook verbetering behoeft is de actualiteit van de bestemmingsplannen. In een stad in ontwikkeling moeten bestemmingsplannen geregeld aangepast worden. Dat vergroot ook de zekerheid voor de burgers en bedrijven. Nog te vaak krijgt de raad voorbereidingsbesluit op voorbereidingsbesluit voorgelegd, omdat er nog geen aangepast voorontwerp van een herzien bestemmingsplan voorhanden is. Bijvoorbeeld voor de oudere bedrijventerreinen. Met instemming van de raad heeft het college de actualisering getemporiseerd, om financiële redenen. Nu het financieel wat beter gaat, kan die beslissing heroverwogen worden. Delen de andere fracties die mening?
Een betere begroting
Als deel 2 van de programmabegroting hebben we een voorstel gekregen tot een andere indeling ervan. Wat onze fractie betreft is een dergelijke opzet een verbetering. Hij is thematisch van aard, zodat samenhangen beter in beeld komen en gebaseerd op het collegeprogramma, zodat de uitvoering daarvan beter beoordeeld en zonodig bijgestuurd kan worden. Een voorwaarde daarbij is dat de indicatoren scherp zijn geformuleerd. Zover zijn we nog niet, zo blijkt uit de proeve. Er is wel een nadeel: de autorisatie door de raad van de uitgaven vindt op een hoger abstractieniveau plaats. Maar omdat wij vooral geïnteresseerd zijn in de mate waarin de geformuleerde doelen bereikt zijn binnen het beschikbare budget, hoeft dat geen overwegend bezwaar te zijn. Ramingen blijven tenslotte ramingen, die binnen het programma bijgesteld moeten kunnen worden.
Ons stadhuis
De renovatie van het stadhuis. We kunnen er trots op zijn dat het huis van de gemeente zo’n markant gebouw in het centrum van de stad is. Mooi of lelijk, praktisch in gebruik of niet, daarover lopen de meningen uiteen, maar voor ons staat vast dat het gebouw de moeite waard is om blijvend als stadhuis gebruikt te worden. En dan gaat het hier net als thuis: om de zoveel tijd moeten installaties vernieuwd worden. En als wij als gemeente als voorwaarde aan het verlenen van een gebruiksvergunning aan anderen de eis stellen dat het gebouw aan BAL eisen moet voldoen, kunnen we zelf niet achterblijven. Wat de raadszaal betreft: de functionaliteit voor het raadswerk staat voor ons voorop. Als dat verzekerd is, volstaat de meest eenvoudige uitvoering. Die soberheid zijn we ook aan onze belastingbetalers verplicht.
En als hij dan ook nog multifunctioneel blijft, is het helemaal mooi.
Voor het stadhuis ligt een prachtig plein dat zich – door zijn centrale ligging in de stad – uitstekend leent voor het houden van ideële manifestaties, politieke niet uitgezonderd. Voor de uitvoering van sommige activiteiten wordt slechts schoorvoetend vergunningen afgegeven, zo leert de ervaring. Wij zijn van mening dat een meer ruimhartig vergunningenbeleid op z’n plaats is. In het hart van de stadmoet ruimte zijn voor allerlei vormen van ideële manifestaties. Dat is goed voor de democratie en bovendien wordt zo de levendigheid van het plein te versterkt. Delen de andere fracties die opvatting?
Tot slot
De leden van de fractie ChristenUnie in deze raad zijn christenen die - met vallen en opstaan – inhoud proberen te geven aan christelijke politiek. Zij doen dat in het besef dat ze burgers van twee koninkrijken zijn. Als burgers van het Koninkrijk in de hemel willen ze dat onze stad zo geregeerd wordt dat de God van hemel en aarde daarin de eer krijgt die hem toekomt. Als burgers van het koninkrijk der Nederlanden zullen ze binnen de mogelijkheden van ons politieke bestel, daarvoor hun best doen. Dat mag u van hen verwachten en daar mag u hen op aanspreken. Ook in het komende jaar, als God dat geeft. Het college wensen we toe dat de Here God hen zegent in het uitvoeren van het ambitieuze programma en alle betrokkenen daarvoor de energie geeft die nodig is voor het vele werk dat wacht.
7 november 2006
Reacties op 'Algemene beschouwingen 2006'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.